A.Eerst bevochtigen we het papier met een dikke penseel met water, er vormen zich waterdruppeltjes op de oppervlakte, waar doorheen je nu strepen zet met een gewenste kleur.

Het papier hoeft niet volledig bedekt te zijn want de kleur van het papier maakt deel uit van het effect.

Leg nu een 2^e nog schone kaart met de glanzende kant op de bewerkte kant van de eerste kaart, en trek voorzichtig zijdelings er weer af.

Er ontstaan wolkenachtige kleurvlakken.

C. Net als bij A bevochtigen en strepen zetten, en gekreukt huishoudfolie over de bewerkte kant leggen.

Verzwaar dit met een boek en laat het drogen. (daar gaat wel een nachtje overheen)

Dan de folie verwijderen en je ziet een kristalachtig patroon.

D. Net als bij A, alleen worden de strepen wat verder uit elkaar geplaatst.

Dan pakken we een brayer of lakroller, en rollen eroverheen.

Het verkregen effect is fijn, en door gebruik van de lakroller krijg je kleurpuntjes doordat zich belletjes vormen.

E. Bij alle vier de hiervoor genoemde bewerkingen kan je op de nog vochtige inkt embossingpoeder strooien, en later smelten met de heat tool.

Ook een mooi effect bereik je door op de nog natte inkt  (grove) zoutkorreltjes te strooien die je er voorzichtig af schud als ze verzadigd zijn met inkt.

G. Pomp inkt op je droge niet al te absorberende papier (zo'n kartonnetje waar je panty omheen gevouwen zit als je hem koopt) en verdeel gelijkmatig met een wattenbolletje.

Spray dan water met een fijne broes op je papier. Niet teveel!

Kijk hoe de kleur zich naar de randen van de waterdruppeltjes verplaatst.